Het is 2006.
Ik ben ergens in Midden-Amerika.
Op tournee met ‘Frog and his Friends’ van theater Terra.
Ergens in een hotel, vol grote mannen met leren jassen van de ’ Bikers against Child abuse’.
Mijn allerliefste maatje en collega Kelvin rookt. Dus we gaan op zoek naar de rokersruimte.
Nog meer mannen met leren jassen, kaalgeschoren hoofden en een dikke smoglaag van sigaretten. Ze zitten allemaal gebroederlijk in een kring. We gaan er tussen zitten. Niemand kijkt vreemd op. We horen erbij!
De enige man met lange grijze haren in een dunne vlecht en een baard, speelt gitaar en zingt.
Gezellig. Iedereen lacht, iedereen zingt mee. Behalve wij. Wij kennen die nummers niet.
Na een paar nummers, besluit ik me in de feestvreugde te wagen.
Ik wil ook meezingen. Met de bikers. Against child abuse. Ik heb dan wel geen kaalgeschoren hoofd, tatoeage of motor, ergens heel diep van binnen ben ik ook heel stoer en moedig.
Na een daverend applaus na weer een heel mooi country nummer verhef ik mijn stem.
Laat ik iets bekends kiezen, wat iedere gitaarnerd kan spelen en wat ook de bikers kunnen meezingen, dacht ik, sociaal en meedenkend als ik ben.
‘Uhm, sir… can you play Hotel California van the Eagles?’
De hitsige ruimte daalde binnen een seconde in temperatuur tot onder het vriespunt. Je kon een speld horen vallen. En de stoere kale mannen, keken opeens heel angstig uit hun ogen. Van mij naar the grijze baardmeneer met vlecht en van de grijze baardmeneer met vlecht weer naar mij.
Lang hoefde de grijze baardmeneer met vlecht niet na te denken. Resoluut klonk zijn antwoord: ’ No, i don’t play that one!’
Wat een sukkel dacht ik toen nog, iedereen die een beetje gitaar speelt kan toch wel Hotel California spelen… En het is dat ik geen kind meer was, maar vrij ‘abusive’ vond ik zijn antwoord toch wel klinken.
Op het moment dat ik wilde zeggen; ‘ Ok, dan speel ik het wel, mag ik even je gitaar lenen?’
Fluisterde de grootste en sterkste kale man me in mijn oor: Don’t you know who he is??
‘No, I’m from Holland, i play about a frog and a pig and..’
Gehaast onderbrak de biker me: That man is Willie Nelson! WILLIE NELSON!!
Natuurlijk! De grootste country held ter wereld en ik herken hem niet.. Noemde hem in gedachte een sukkel, omdat hij Hotel California niet WILDE spelen.. Sukkel die ik ben!
De rest van de avond heb ik maar geen verzoekjes meer ingediend en lief naar meneer Nelson gelachen die mijn blik die hele avond ijzig ontweek.
Altijd als ik Hotel California hoor, denk ik aan Willie Nelson. You were always on my mind!